Het eiland Procida



Het eiland Procida

Voor de kust van Napels liggen de eilanden Capri, Ischia en Procida. Procida ligt halverwege het vasteland en Ischia en is het kleinste van de drie eilanden in de baai van Napels. Procida is 4km2 en heeft circa 11.000 inwoners. Sinds de Oudheid werd het eiland aangeduid met de naam “Prochyta”, Grieks voor ‘laag’. Waarschijnlijk werd de ligging van Procida vergeleken met die van het naburige eiland Ischia.

Het eiland is ontstaan vanuit vier kraters: die van Solchiara, van Pizzaco, van Pozzo Vecchio (vertaald: Oude Put) en die van Chiaiolella. Voor het eilandje Vivara -nu een onbewoond natuurreservaat en middels een brug verbonden met Procida- ligt een vijfde uitgedoofde krater diep in de zee. Het zand op alle stranden van Procida is dan ook grijs-zwart. Deze kratermonden rondom het eiland geeft het de vorm van een veelkoppig monster.

Procida werd bewoond door de Grieken en vervolgens de Romeinen. In de Middeleeuwen was het in handen van leenheren en doorstond aanvallen van de Vandalen en de Goten. In de 16e eeuw werd het veelvuldig door de Turken aangevallen. In de 18e eeuw lijfde Carlo III van Bourbon, koning van Napels, Procida in en hij kwam vaak op Procida om te jagen. Uiteindelijk werd Procida in 1860 deel van het Koninkrijk Italie.

Op 91 meter hoogte ligt de Terra Murata op het hoogste punt van het eiland. Hier bevinden zich de abdijkerk van San Michele en het Palazzo d’Avalos waar de koning van Napels resideerde. Dit palazzo werd in de de 19e eeuw een gevangenis voor gevangenen met levenslang. Pas in de jaren ‘70 van de twintigste eeuw is de gevangenis gesloten.

Het eiland heeft drie havens: de grotere Marina Grande waar de veerboten uit Napels aanleggen, het wat kleinere Chiaiolella voor de plezierboten aan de andere kant van het eiland en de kleine pittoreske vissershaven Corricella met een heel specifieke architectuur, typisch voor Procida. In het verleden was Procida bekend om haar vloot en de Procidanen als een groots zeevarend volk. Ook de scheepswerven op Procida namen een groot deel van de productie van de Italiaanse schepen voor haar rekening! Tot in de jaren ’70 van de twintigste eeuw werkte het overgrote deel van de mannen aan boord van grote passagiers- en cargoschepen en waren soms maanden ver van huis. Na de crisis in de zeevaart werken nu de meeste mensen in de stad Napels of op het naburige eiland Ischia.

Er zijn twee bekende boeken gesitueerd op Procida. In 1852 schrijft de Franse schrijver Alphonse de Lamartine de roman “La Graziella”. De Lamartine kwam naar Procida met het Franse leger. De roman verhaalt over een Fransman die verliefd wordt op een Procidaans meisje genaamd Graziella. Nog ieder jaar vindt in de zomer de verkiezing van de Graziella plaats waarbij een jong, huwbaar meisje dat de specifieke trekken heeft van Graziella en gekleed is in antieke klederdracht de eretitel Graziella krijgt. In 1957 schreef Elsa Morante “L'isola di Arturo” (Arturo’s eiland). Zij verbleef vaak op het eiland en geeft in het boek een poëtische beschrijving van het eiland. Op het eiland zijn diverse films opgenomen, waarvan de bekendste zijn: “Il Postino” met Massimo Troisi en Philippe Noiret en “The Talented Mister Ripley” met Matt Damon, Gwyneth Paltrow, Jude Law en Cate Blanchett.

Ieder seizoen is een goed tijdstip om naar Procida af te reizen. Speciale dagen op de Procidaanse kalender zijn Goede Vrijdag waneer de Processione dei Misteri plaats vindt waarvoor reeds vanaf december avondenlang gewerkt wordt aan de “Misteri”, scenes uit het leven van Jezus uitbeelden die worden meegdragen in de processie. In juni vindt de Processione del Corpus Domini plaats en eind juli brengt Procida een ode aan de zee tijdens de Sagra del Mare met onder anderen een mis plus kranswerping in zee voor de mensen die het afgelopen jaar zijn omgekomen op zee en de verkiezing van de Graziella. In oktober vindt het wijnfeest, de Sagra del Vino, plaats.